Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

 

Artikel 47 Gegevensbescherming
1
Het college gebruikt bij de behandeling van de aanvraag geen gegevens die door andere aanvragers zijn verstrekt, tenzij de aanvrager met de andere aanvrager schriftelijk is overeengekomen dat deze gegevens mogen worden gebruikt.
2
In afwijking van het eerste lid kan het college bij de behandeling van de aanvraag gebruik maken van gegevens die door andere aanvragers zijn verstrekt nadat:
a
met betrekking tot de gegevens voor de opneming van de werkzame stof in bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG een periode van vijftien jaar is verstreken na de datum van opname in bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG van de in de biocide werkzame stof, indien die werkzame stof op of na 15 mei 2000 op de markt van de Europese Unie is toegelaten,
b
een periode van tien jaar is verstreken na de toelating door het college van een biocide, waarvan de werkzame stof vóór 15 mei 2000 op de markt van de Europese Unie was en die voor de opname in bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG is toegelaten voor zover voor die toelating door andere aanvragers gegevens zijn verstrekt, of
c
een periode van tien jaar is verstreken na de datum van opname in bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG van een biocide of een nieuwe productsoort, waarvan de werkzame stof vóór 15 mei 2000 op de markt van de Europese Unie was toegelaten voor zover voor die besluiten door die andere aanvragers gegevens zijn verstrekt.
3
In afwijking van het eerste lid kan het college, bij de behandeling van de aanvraag gebruik maken van aanvullende gegevens die door een andere aanvrager zijn verstrekt voor:
a
de opname van een werkzame stof;
b
het wijzigen van de voorwaarden voor de opname van een werkzame stof, of
c
de handhaving van de opname van een werkzame stof,
in bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG of een nieuw productsoort voor die werkzame stof, indien een periode van vijf jaar is verstreken na de datum van het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen volgend op de ontvangst van de betreffende aanvullende gegevens.
4
Het college gebruikt de in het derde lid bedoelde aanvullende gegevens van een andere aanvrager niet eerder dan nadat de periodes genoemd in het tweede lid, onderdelen a, b, en c, zijn verstreken.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •